donderdag 4 april 2024

VOORJAAR IN AANTOCHT!

Heggenmussen

We hebben er best lang naar uitgekeken, met in februari ook nog een dag extra, maar nu komt het voorjaar toch echt in beeld. Maart roerde nog even zijn staart en april is soms wat twijfelachtig, met doen wat hij wil. Maar wij kunnen zelf wel uitmaken wat we willen. Gewoon naar buiten, met een (verlang)lijstje met de namen van planten die we helaas moeten vervangen en natuurlijk ook van planten die we er graag nog bij willen hebben. Want zo gaat dat met tuiniers: we zijn de menselijke variant van Rupsje Nooitgenoeg.

Wat bloeit er in april? Het fluitenkruid, Anthriscus sylvestris, neemt deze maand het voortouw en kleurt de bermen wit. Maak er een boeket mee en verzamel de zaden: dan floreren ze volgend jaar in je eigen tuin, tussen de vaste planten die óók nu in bloei komen, zoals de kievitsbloemen en de kerstrozen. Laat je fantasie de vrije loop en verspreid de planten over de hele tuin. Nieuwe bolgewassen mogen ook meedoen!

Kerstrozen in bloei
Je kunt het ook eerst uitproberen in een deel van de tuin en het heeft natuurlijk ook wat tijd nodig om tot een mooi eindresultaat te komen. Een kleurenschema is niet nodig, het mag ook ‘gespikkeld’ zijn. Natuurlijk hoef je voor zo’n experiment niet meteen je hele tuin overhoop te halen. 

De planten die als eerste in beeld komen voor dit experiment zijn de bolgewassen. Die kun je na de bloei per stuk uitgraven en verdelen over de tuin met één tot hooguit drie bollen bij elkaar. Om bij het planten van nieuwe gegadigden de bollen niet te beschadigen is het handig om er een houtje bij te steken. Zo nodig kun je de houtjes nummeren en noteren waar welke bolsoort geplant is. Maar het is niet ‘bolgoed al goed’.

Ook vaste planten kun je nu voorzichtig opgraven, splitsen en verdelen over de hele tuin. Niet teveel van dezelfde kleur bij elkaar en niet teveel van dezelfde soort! De hoogte van de planten mag wèl een rol spelen. Verdeel eerst de hoogste exemplaren over het hele tuinoppervlak. En doe dat vervolgens met de lagere planten. Deze categorie bij voorkeur ook langs de randen van je tuin. Wissel ze af met kruipertjes en bodembedekkers die zich óók tussen de vaste planten mogen begeven. Tot zover!

Want ook zonder al die opgravingen is er genoeg te doen, na de winter. Vorstschade is weliswaar niet of nauwelijks voorgekomen, maar het staat nog niet vast dat dit in de komende winters ook het geval zal zijn. Misschien moeten we ons nog niet laten verleiden tot een grootschalige aanschaf van vorstgevoelige planten - maar een béétje uitproberen moet kunnen.

Verbena bonariensis, ijzerhard, krijgt bezoek van een vlinder

Zoals met de categorie matig winterharde planten ofwel winterhard gedurende een korte en niet te strenge vorstperiode. Daaronder vallen de blauwe treurceder en de portugese laurierkers, maar ook salie, lampepoetsergras (Pennisetum alopecuroides) en  ijzerhard  (Verbena  bonariensis). Je kunt zelfs experimenteren met een perzikplant; die is ook hier in Nederland vorstbestendig, mits geplant in de volle grond. Denk je eens in: perziken, zomaar in je eigen tuin! 

Het lampepoetsergras heeft overigens niets te maken met lampen en poetsen en ook niet met gras. De brede bladeren verkleuren van donkerrood naar grijsgroen. Ook mooi aan deze plant is de lange bloeitijd: van mei-juni tot maar liefst in de herfst. Daar heb je dus meer dan de hele zomer plezier van.

En heb je wel eens gehoord van ‘windbloemen’? Dat zijn anemonen: ze hebben aan een zuchtje wind al genoeg om in beweging te komen. De familie ‘Anemonen’ is behoorlijk uitgebreid: er kan gekozen worden uit maar liefst 120 soorten. Anemone coronaria is met 25 centimeter de grootste in deze familie - toch een bescheiden afmeting. De kleuren van de bloemen variëren van donkerblauw, rood en roze tot wit. Als je er veel van hebt kun je ze ook promoveren tot ‘snijbloem’, maar zelf zou ik deze windbloemen fijn vanuit de tuin naar mij laten (z)waaien.

Kom, we gaan er weer op uit!

Geen opmerkingen: