Heggenmussen
|
Soms is één boom genoeg, zoals deze in het Oldambt |
Op
donderdag 20 maart begint de lente, maar het buitenleven is allang van start
gegaan. Hommels schommelen weer door de lucht en ook vlinders zijn al vroeg gesignaleerd.
In mijn dakgoot is het eerste mussennest al bijna klaar. Het bolgoed bloeit,
net als de eerste vaste planten van het seizoen. Struiken lopen ook al uit,
maar op het groen van de bomen zullen we nog even moeten wachten. Dat geeft
niet - als het maar komt.
|
Of deze, tussen de weilanden |
Want
de laatste jaren worden we nogal eens opgeschrikt door boomziekten, zoals de
iepziekte. Deze ziekte werd al in 1918 in ons land vastgesteld. Sinds 2000
kampt Nederland met een nieuwe uitbarsting van de iepziekte, die zeer
besmettelijk is.
Ter
vervanging van de verloren gegane iepen werden essen aangeplant, die op hun
beurt ten prooi vielen aan een schadelijke variant van een paddenstoeltje: het
essevlieskelkje. Dit nietige paddenstoeltje is verantwoordelijk voor de
essentaksterfte, met ingrijpende gevolgen voor het essenbestand.
|
Langs het Eemskanaal |
En
nu dient zich alweer een nieuwe boomziekte aan. In de Noord-Hollandse gemeente
Stede Broec is een Acer pseudoplatanus, esdoorn, doodgegaan aan
roetschorsziekte. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de schimmel Cryptostroma
corticale, die in alle esdoorns voorkomt en onder bepaalde omstandigheden, een
combinatie van hitte en droogte, actief wordt. In Engeland is het verschijnsel
al veertig jaar bekend, maar hier is de esdoorn in Stede Broec het eerste
slachtoffer. Roetschorsziekte komt dus (nog) niet massaal voor, maar verdient
wel aandacht, ook omdat de sporen bij inademing longklachten kunnen
veroorzaken, die bij herhaling ernstig kunnen zijn. In mijn tuin staan drie van
deze esdoorns, die er nog steeds gezond uitzien. Zodra zich een hittegolf
aandient, zal ik als een gewaarschuwd mens klaar staan met gieters water.
|
In mijn tuin: Acer pseudoplatanus 'Brillantissimum' |
Vervolgens
werd in januari van dit jaar na onderzoek vastgesteld dat de iep opnieuw
bedreigd wordt en wel door de iepenzigzagbladwesp. De larve van deze wesp knaagt
zich zigzaggend een weg door het blad van de iep. De voortplantingscyclus, van
eitje tot volwassen vrouwtje, duurt slechts één maand. Per jaar kan zich dit
minstens vier keer herhalen. Daar komt nog bij dat grotere larven niet meer de
moeite nemen om te zigzaggen, maar grote happen uit het blad nemen, tot alleen
de nerven overblijven. Dat is een regelrechte bedreiging voor de boom. De
iepenzigzagbladwesp, officieel Aproceros leucopoda, is ontdekt in Noordwest-Overijssel.
Verder onderzoek volgt en waarnemingen kunnen gemeld worden op www.waarneming.nl of www.natuurbericht.nl, liefst met foto.
En
dan het onverwoestbaar eikenhout, klop klop klop: in de afgelopen jaren zijn in
bossen en parken veel oudere zomereiken doodgegaan, waarschijnlijk door droogte
en rupsenplagen.
|
Op landgoed Ekenstein |
Maar
er is ook goed nieuws: in de buurt van Heerlen, Zuid-Limburg, heeft de
Vlinderstichting iepen aangeplant: om
het leefgebied van de iepenpage, die daar nog voorkomt, te versterken.
‘Fladderiepen’ worden ze in het persbericht genoemd. Nu maar hopen dat page en
iep elkáár overeind kunnen houden.
|
Op de Drentse hei |
En
waarom zouden we niet eens een boom opzetten over een verticale aanvulling in
de tuin? Even geen iep, es, Acer pseudoplatanus of zomereik en het hoeft ook
niet zo’n hele grote te zijn. Want aan elke boom is plezier te beleven. Daar is
zelfs een groot dik boek over geschreven: ‘BOMEN in het voorbijgaan’, met
prachtige foto’s van Werry Crone en kostelijke verhalen van Martin Bril die
helaas in 2009 overleed, nog vóór het boek uitkwam. Negenentwintig verhalen en
anekdotes, waarin de boom centraal staat. Als je nog gedachteloos aan bomen
voorbij gaat, zal dat na lezing en bekijken van dit boek zeker veranderen.
Het
aanplanten van een boom is wel iets waarover nagedacht moet worden: een boom is
een levend wezen en kan je in meerdere opzichten boven het hoofd groeien. Ook
gelden wettelijk vastgestelde regels, want een goede buur is nóg beter dan een
hoge boom. Plantafstand tot de erfafscheiding: twee meter, tenzij de boom
uiteindelijk niet boven de (ondoorzichtige) schutting uit zal komen én tenzij
de buren schriftelijk instemmen met minder afstand. Toestemming van vorige
buren kan alleen bewezen worden wanneer dat in het Kadaster is beschreven. Staat
een boom er al twintig jaar of langer, dan mag hij blijven. Soms geldt een
termijn van tien jaar. Maar dan moet bewezen kunnen worden, bijvoorbeeld met
een inschrijving in het Kadaster, dat voor de aanplant toestemming is gegeven.
Voor openbare bomen gelden weer heel andere regels: die mogen wél tegen de
erfgrens aan worden geplant. In bepaalde gevallen kan de gemeente overigens in
een verordening vastleggen dat een particuliere boom toch dichterbij de
erfgrens mag staan.
|
Gestutte boom in Amsterdam ;-) |
“Tsja,”
zou Martin Bril gezegd hebben.
|
Pruimenboom in de Vlindertuin, Lewenborg, Groningen |
Zet
eens een boom op en neem er de tijd voor: in containers geleverd kunnen ze het
hele jaar geplant worden. En kijk voor de (bomen)foto’s op www.mimi-inmijntuin.blogspot.nl.
Maart 2014