woensdag 12 juni 2024

NIEUWE ARTIKELEN



Een Gehakkelde Aurelia is geland op een blad van de laurier 

     

    Nieuwe  artikelen  verschijnen in augustus,

          wanneer het nog volop zomer is en we ook      

     regelmatig  onze  planten  van water  zullen
    moeten voorzien. Doe dat wel met beleid –
    het  gaat om drinkwater.  Als  je  nog  geen
      regenton(nen) hebt loont het echt de moeite
     om er een aan te schaffen en aan te sluiten
      op de afvoer van de dakgoot. Zo bespaar je
      vele liters schoon  drinkwater  en  (afgezien
      van de kosten  van  de  regenton) een aan-
             zienlijk bedrag op je waterverbruik.    
        


               

ALLES KAN WACHTEN ...

 In míjn tuin...

... kon ik al vroeg in het seizoen genieten van de meest trouwe bezoekers hier: het vogelvolkje! Met als altijd de mussen op de eerste rang, die zij met felle snaveluithalen naar ander gevogelte, maar zo nodig ook familieleden, verdedigden. Jongens, jongens, hoor ik mijzelf dan mompelen, kan dat nou niet anders? Maar zo gaat dat nu eenmaal in de natuur. Daar moet je je niet mee bemoeien. En zolang ik geen dood gevogelte aantref tussen de opgewekte bloeiers daar buiten zal het wel niet zo’n vaart lopen dan wel vliegen. Ze redden zich prima en zo kan ik fijn aan de slag met mijn zwijgzame planten die onverstoorbaar doorgaan met groeien en bloeien. En bij twijfel (doet-ie het nog of doet-ie het niet?) nog even rustig afwachten. Verhuizen naar het compostvat kan altijd nog.

Bad en breakfast voor hongerige mussen

In de aanloop naar de zomer ben ik ook heel wat uurtjes doorgekomen met aangename tuinliteratuur. Zoals het in 2008 verschenen boek van Romke van de Kaa met de geruststellende titel ‘Alles kan wachten’. Als íets mij aanspreekt dan is het dàt wel! En dan ook nog 253 pagina’s lang! Al 16 jaar voor het grijpen in de boekenkast en nog steeds een lust om te lezen. Net als de overige acht boeken van zijn schrijvershand die daar ook staan, tussen nog veel meer tuinliteratuur.

                           Onze blauwebessenstruik; nog even geduld!

Maar hoe leuk en leerzaam die literatuur ook is, uiteindelijk gaat er natuurlijk niets boven ‘in het echt’ bezig zijn met je planten. Was het vroeger nog wel eens spannend, na de winter, of al je planten de kou hadden overleefd, nu hoeven we ons daar geen zorgen meer over te maken. Het is één blij weerzien met de vertrouwde bloeiers in de tuin, de bloesem in het appelboompje en de frêle bloemetjes in de blauwebessenstruik. En dan de hazelaar: gele katjes bungelen zachtjes in de wind en hoewel deze struik in mijn omgeving, voor zover ik weet, waarschijnlijk de enige is, kunnen we er na de zomer toch altijd hazelnoten van oogsten. 

Over geel gesproken: al wekenlang lag er een zakje klaar met zaadjes van de ‘Dwerg zonnebloem’, Helianthus annuus, die niet verder rijkt dan een hoogte van 60 cm. Die kun je op je hurken zó in de mooie bruine ogen kijken! Zaaien kan al in maart, dan volgt de bloei in juni. Zaai je in juni, dan rijkt de bloei tot en met oktober! Daar is ook iets voor te zeggen. Mijn keuze is gevallen op dat laatste: tot en met oktober zon in mijn tuin!

NOOIT MEER MAAIEN!

Heggenmussen

Ooit hadden wij een (bescheiden) gazon en op warme dagen was het daarop aangenaam zonnebaden, maar zoveel grassprieten, allemaal in dezelfde uitvoering, is uiteindelijk toch wel wat saai. Inmiddels doen we al heel lang niet meer aan zonnebaden en hebben we de sprieten, ook al heel lang geleden, ‘omgeschopt’. O, dat klinkt niet erg aardig, maar het moest nu eenmaal met een schop, en vervolgens is de tuin voorzien van fleurige bloembollen in het voorjaar, een mooie verzameling vaste planten in de zomer, laatbloeiers in de herfst en opgroeiende groenblijvers in alle seizoenen. En hier en daar nog wat struikgewas. Niet meer maaien; nooit spijt van gehad.

Zo’n tuin geeft ook ruimte om wat te experimenteren met kleuren en bijvoorbeeld hoogteverschillen. Daarmee bedoel ik de uiteindelijke hoogte van de beplanting, hier op het Groninger platteland. Het hoeft niet altijd van laag naar hoog over de hele breedte of lengte, naargelang de afmetingen van de tuin. Een haagje of grote struik ergens halverwege (bij voorkeur groenblijvend) maakt het geheel interessanter: wat is daarachter te zien? Bezoek: ‘O! een compostbak … die zou ik ook moeten hebben!’ 

Groninger Kroon: appels!
Terug naar de beplanting: ook leuk als er in de zomer iets te plukken valt! En dan heb ik het niet over bloemen maar over een appelboom(pje), zoals mijn Groninger Kroon, in het voorjaar getooid met roze/witte bloempjes, nog een ander appelboompje ‘op stam’ waarvan ik de naam niet meer weet en een blauwe bessenstruik. Misschien nog wat rode tomatenstruikjes? Of een miniveldje aardbeien? Bijvoorbeeld. Tomatenplanten zijn verkrijgbaar in drie soorten: stam-, struik- en dwergstruiktomaten! Had ik er de ruimte voor (én voldoende afnemers) dan zou ik ze alle drie planten. Maar helaas, zoveel kan ik ook niet meer kwijt in mijn dichtbegroeide buitenruimte. Dan ligt de keuze voor de stamtomaat hier het meest voor de hand - en één is wel genoeg, voor een tweepersoons huishouden.


Inmiddels wat tientallen jaren geleden groeide en bloeide er boven ons terras in de voortuin een druif. Mooi verdeeld over twee metalen ‘draden’. Een cadeau van mijn vader die deze druif persoonlijk kwam planten. We hebben er meerdere decennia plezier van gehad, maar zoals aan alles kwam ook aan de productie van deze druif een einde. Hij is nu vervangen door een Clematis armandii, weliswaar vruchteloos, maar groen in alle seizoenen en dat is ook wat waard. Deze clematis werd vernoemd naar een Franse missiepater, Armand David, tevens dier- en plantkundige, die in de 19e eeuw in China planten verzamelde. Tot op de dag van vandaag doen wij er ons voordeel mee. 

Zo hingen de druiventrossen boven ons terras: voor het grijpen!
Na vele productieve jaren is de druif van mijn vader vervangen
door een clematis Armandii. Niet eetbaar, wel ongrijpbaar...

Waar ik  ook al  een aantal   jaren blij mee ben is de  eerder genoemde blauwe bessenstruik.  Eigenlijk heb  je geen  idee  van de  leeftijd die  dit soort struiken kunnen bereiken. Maar  tot nu toe produceert  de  onze voortreffelijk. Zijn oogst doet  niet onder voor  de blauwe bessen uit de supermarkt. En verser dan uit je eigen  tuin kun  je  ze niet  krijgen. Tenminste: in de zomer. We moeten dus nog even geduld hebben.

... en hopen dat de merel en andere gevleugelde vriendjes 
nog wat blauwe bessen voor ons over laten ...

Vroeger, inmiddels héél lang geleden, werden groenten en fruit ingemaakt ofwel ‘geweckt’ in glazen weckpotten. Mijn moeder schakelde daarbij haar twee dochters, toen nog kinderen, in om samen fruit en groenten te wassen, waar nodig te schillen, en te verdelen over de glazen weckpotten die vervolgens buiten in een grote ketel op een brander werden gezet om, ja, waarom eigenlijk? Hermetisch gesloten te worden waarschijnlijk. Ik was altijd blij als de klus geklaard was. De ketel is uiteindelijk bij mij terechtgekomen. Qua ‘inmaak’ was dat niet terecht; hij slijt zijn dagen naast onze regenton - als extra waterreservoir, want aan appels of blauwe bessen ‘wecken’ ben ik nooit begonnen.

Dat hoeft ook niet. Wij leven in een andere tijd, waarin alles altijd en overal verkrijgbaar is. Grote koelhuizen houden wat wij nodig hebben vers en zelf slaan we eetwaar op in onze vriezers.

Maar toch is het nog altijd leuk om iets ‘eetbaars’ te planten. Straks nog even naar buiten: kijken of er al beweging zit in de groei! De blauwe bessenstruik oogt veelbelovend, de bloesem in het appelboompje bloeit uitbundig in lief roze - en geduld is een schone zaak …

TUINKALENDER JUNI-JULI


 

TUINKALENDER

 Buiten is het groen en je ziet de groei: steun planten en struiken die dat nodig hebben.

 Maar snoei ook; wacht met snoeien van buxus op een bewolkte dag met liefst ook regenachtig weer.

 Toch gesnoeid in de zon? Dek de buxus dan af, bijvoorbeeld met een laken.

 Nog meer snoeiwerk: tot 15 juni de haagbeuk (Carpinus betulus).

 Na 15 juni: buxus, taxus en beuk (Fagus sylvatica).

 Heel juni: de cipres (Cupressocyparis leylandii).

 Eind juni, begin juli: hulst (Ilex) en laurierkers (Prunus laurocerasus).

 Liguster vanaf april tot oktober, dus ook in de zomermaanden juni en juli.

 Knipwerk: sedum, eupatorium en phlox halveren bevordert een stevige bloei.

 Stek de knipsels in een potje potgrond - niet in de zon zetten!

 Regen of niet: potplanten hebben dagelijks water nodig en wekelijks vloeibare mest.

 Ook dorstig en niet vies van een schoon bad: het vogelvolk.

 Bloemen die zichtbaar uitgebloeid zijn verwijderen.

 En dan een mooi plekje in je tuin opzoeken om te genieten van de aanblik; morgen is er weer een (zomer)dag.