Heggenmussen
Het voorjaar is in volle gang - in meerdere opzichten. Geen vorstschade in ons buitengebeuren; we kunnen zó de draad weer oppakken. Hoewel vorstschade natuurlijk wel altijd een goed excuus was om nieuwe planten aan te schaffen; je móest wel. Maar nu dus niet. Experts noemen het verschijnsel ‘winterhittegolf’, een nieuwe toevoeging aan onze woordenschat. Betekent dat ook iets voor de ons bekende ‘zomerhittegolf’?
Lijkt me niet onlogisch. De verwachting voor de zomertemperatuur is dit jaar ‘zeer warm’. Gemiddeld. We mogen dus hete dagen verwachten. Maar: ‘de soep wordt nooit zo heet gegeten als ie opgediend wordt’. Dat klopt. Als we maar hard genoeg blazen. En daarmee gaan we het in de natuur niet redden.
Sedum spectabile |
Ook
kunnen we overwegen om planten een andere plek te geven: in de schaduw van een
boom. Misschien zelfs nóg een boom planten?
En kijk eens kritisch naar het vasteplantenbestand: daar kunnen flinke slurpers bij zijn. Maar er is ook een fors segment dat met minder genoegen neemt en zelfs tegen droogte kan. Waaronder Nepeta (kattenkruid), Verbena bonariensis (ijzerhard), Lavendel, Echinacea (zonnehoed), Sedum spurium en zelfs de ezelsoren: Stachys byzantina.
Hazelaar |
De
grasmat
Bezitters van een gazon dan wel grasmat (ja, daarin zit een wezenlijk verschil) moeten in het seizoen niet alleen wekelijks maaien, maar ook voorkomen dat het gras uitdroogt. In de winter speelt de groei zich ondergronds af, maar zodra het zomer wordt en het gras dor, moet er gesproeid worden. Op onze Groningse klei hoeft overigens minder gesproeid te worden dan op zandgrond waar het water al snel zijn (uit)weg vindt tussen de zandkorreltjes. Overigens maakt de omringende beplanting ook nog iets uit. Staat er een grote boom in je tuin (of dicht in de buurt) dan zal die veel water aan de grond onttrekken. De grootste drinkebroers zijn de beuk en de berk, maar ook een hazelaar neemt veel vocht op. Daarnaast blijft er natuurlijk veel regenwater achter op hun gebladerte. En niet te vergeten: op een gazon, met talloos veel sprietjes!
Bodembedekkers
Wie liever niet aan grasmaaien doet kan een keuze maken uit een groot aanbod van lage groenblijvende en bodembedekkende vaste planten. Eenmaal geplant heb je er eigenlijk geen omkijken meer naar. Er hoeft niets geknipt of gemaaid te worden; alle jaargetijden laten ze gelaten over zich heen komen. Maar saai is het ook niet; elke bodembedekker heeft zijn eigen ‘charme’. De vorm van het blad, de groeiwijze, eventuele bloemen, het ‘zelfvoorzienend vermogen’: allemaal pluspunten. En dan heb ik de onkruiden die hiertussen het onderspit delven nog niet eens genoemd.
Pachysandra terminalis |
Neem
bijvoorbeeld Pachysandra terminalis, ‘omdat het zonder toch wat kaal is’, met
ondergrondse uitlopers: een geweldige groenblijver die ook nog bloeit, in het
vroege voorjaar. En ook genoegen neemt met een plek in de schaduw. Net als de
maagdenpalm, Vinca minor. De naam ‘palm’ is flink overdreven voor een kruipend
halfstruikje, maar dat wordt goedgemaakt met de toevoeging ‘minor’.
Dit is een groenblijvende bodembedekker waar je eigenlijk geen omkijken naar hebt. Tot in het voorjaar de blauwe bloemetjes verschijnen: dan kijk je graag nog eens om! De bloei houdt aan tot juli - we hebben er lang plezier van.
Tot de voorjaarsgolf wegebt… in de zomer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten