In míjn tuin ...
…
heeft zich weer, zoals elk voorjaar, een adembenemende explosie van bloeiende
planten voorgedaan. Daar word ik heel gelukkig van: de hernieuwde kennismaking
met alle oude bekenden. “Och ja, jij … en jij, en jij óók al!” Helaas kwam ik
niet veel verder dan dat ge-‘jij’ want mijn geheugen blijkt mij ook op dit
gebied in de steek te laten. Maar dat is een kwestie van even opzoeken op het
volgekrabbelde tuinplattegrondje. Met wel veel namen van reeds lang verdwenen
exemplaren zie ik. En niet helemaal bijgewerkt waar het om nieuwe aanwinsten
gaat. Ach, het maakt niet uit: mijn planten bloeien de pan uit, het gonst van
de bijtjes en de vogels spetteren rond in hun badjes, die ik braaf van vers
water voorzie.
Want
dat is belangrijk: vogels in je tuin. Ze brengen leven in de brouwerij, met hun
gefluit en getsjilp tussen al die zwijgende planten, hun gespetter en getetter
en daarbij ook nog hun slakkenmenu. In de loop der jaren zijn we nader tot
elkaar gekomen, de vogels en ik. Ze weten dat ik met mijn geschep en gehark ook
wormen activeer: letterlijk ‘gefundenes Fressen’, waar ze op een metertje
afstand op wachten.
Voor meer begrip van en inzicht in het rijk der vogelen hadden wij al wat vogelliteratuur in de kast staan, maar sinds een paar weken zijn we pas echt goed gedocumenteerd. In de NRC verscheen een artikel over het bijzondere naslagwerk: ‘Alle vogels’ van Koos van Zomeren. In dit boek zijn alle verhalen en waarnemingen bijeengebracht die Van Zomeren sinds 1977 optekende voor Nieuwe Revu en NRC. Een lijvig boekwerk met mooie penseeltekeningen van Erik van Ommen: om zuinig op te zijn. Op al je boeken moet je zuinig zijn, maar op dit boek net iets meer. Je moet er ook goed voor gaan zitten, qua gewicht, en er qua aantal pagina’s (884!) flink de tijd voor nemen. Verder is ‘Alle vogels’ uitgerust met twee kleurige lintjes, een blauwe en een gele, zodat je het met twee personen kunt lezen: jij geel en hij/zij blauw.
Twee jonge koolmezen in onze jonge krentenboom |
Lok vogels met een bad! |
Voor meer begrip van en inzicht in het rijk der vogelen hadden wij al wat vogelliteratuur in de kast staan, maar sinds een paar weken zijn we pas echt goed gedocumenteerd. In de NRC verscheen een artikel over het bijzondere naslagwerk: ‘Alle vogels’ van Koos van Zomeren. In dit boek zijn alle verhalen en waarnemingen bijeengebracht die Van Zomeren sinds 1977 optekende voor Nieuwe Revu en NRC. Een lijvig boekwerk met mooie penseeltekeningen van Erik van Ommen: om zuinig op te zijn. Op al je boeken moet je zuinig zijn, maar op dit boek net iets meer. Je moet er ook goed voor gaan zitten, qua gewicht, en er qua aantal pagina’s (884!) flink de tijd voor nemen. Verder is ‘Alle vogels’ uitgerust met twee kleurige lintjes, een blauwe en een gele, zodat je het met twee personen kunt lezen: jij geel en hij/zij blauw.
Voor
buiten, want goed hanteerbaar, is Hay Wijnhovens ‘De merel’ een aanrader.
Wijnhoven houdt al sinds jaren dagboeken bij over de merels die zijn tuin
bezoeken. In dat opzicht doet het boek denken aan ‘Het vogelhuis’, waarin Eva
Meijer het kluizenaars-achtige leven beschrijft van Len Howard (1894-1973) die
onderzoek deed naar vogels rond haar huis op het Engelse platteland.
Ofwel:
breng met een boek mooie uren in je tuin, eh, … zoek!
Juni 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten